Achtergrond: de consumptie van noten en pindanoten in de VS is de voorbije jaren toegenomen. Er zijn echter weinig bewijzen voor een verband tussen de gewijzigde nootconsumptie en langdurige gewichtsveranderingen. Dat onderzochten wetenschappers van de universiteit van Harvard in 2019. Daartoe werden gegevens uit drie onafhankelijke cohortonderzoeken beoordeeld:
- 27.521 records van mannen, die tussen 1986 en 2010 deelnamen aan de ‘Health professionals follow-up study’.
- 61.680 records van vrouwen uit de ‘Nurses health study’ van 1986 tot 2010 en
- 55.684 records van jongere vrouwen uit de ‘Nurses health study II’ van 1991 tot 2011.
Bij het begin van het onderzoek had geen enkele proefpersoon een chronische ziekte.
De wetenschappers onderzochten het verband tussen een gewijzigde nootconsumptie tijdens een interval van vier jaar en een gelijktijdige gewichtsverandering gedurende 20 – 24 jaar. 21.322 personen hadden een hoge bodymass-index (BMI ≥ 30 kg/m²). Vanaf 30 kg/m² spreekt men van overgewicht. De gemiddelde gewichtstoename in de drie cohortonderzoeken bedroeg 0,32 kg per jaar. Ook de consumptie van noten verhoogde dagelijks met gemiddeld 14 g.
Uit de gegevens konden de onderzoekers afleiden dat hoe meer noten en pindanoten gegeten werden, hoe beperkter de gewichtstoename op lange termijn was.
Vastgesteld feit in de studie: een hogere dagelijkse consumptie van noten en pindanoten kan samengaan met een beperkter risico op gematigde gewichtstoename en een beperkter risico om zwaarlijvigheid te ontwikkelen. Noten als onderdeel van een gezond voedingspatroon kunnen een efficiënte strategie vormen als primaire preventie tegen zwaarlijvigheid.